Beursexpert Jeremy Grantham voorzag het knappen van de dotcomzeepbel op de beurs in het jaar 2000 en de kredietzeepbel in 2008.
Grantham legt uit dat het proces van het leeglopen van een beurszeepbel niet met één grote klap hoeft te starten.
Hij wijst op diverse signalen die erop duiden dat de opgeblazen waardering van de beurs onder druk komt te staan.
Beursveteraan en ‘zeepbelexpert’ Jeremy Grantham gaf afgelopen januari aan dat de lange bullmarkt op de beurs die in 2009 werd ingezet, is “uitgemond in een echte zeepbel”. Hij voorzag op dat moment nog een “sterke toename in waanzinnige excessen”, voordat de zeepbel echt zou knappen.
Grantham is mede-oprichter van vermogensbeheerder Grantham, Mayo & van Otterloo en heeft een sterke reputatie opgebouwd met het spotten van grote zeepbellen op de beurs. Hij voorzag onder meer de excessen op de Japanse beurs van 1989, de internetzeepbel van het jaar 2000 en de kredietcrisis die in 2008 tot ontlading kwam.
“Typisch voor een zeepbel is dat die kan uitdijen zolang er meer geld beschikbaar komt en onbezonnen beleggers de markt blijven betreden”, vertelt Grantham in gesprek met Insider.
In het slotkwartaal van 2020 constateerde Grantham dat er sprake was van extreme overwaardering van aandelen, sterke koersstijgingen en hysterisch, speculatief gedrag van beleggers. Die trend zette in het eerste kwartaal van dit jaar versterkt door.
Zo was er de astronomische stijging én daling van het aandeel GameStop, terwijl op de cryptomarkt de ludieke munt dogecoin een ongekende opmars doormaakte.
Deze ontwikkelingen gingen verder dan de hype rond zogenoemde special purpose acquisition companies, waarbij beleggers een zak geld ophalen en in lege beursvehikels stoppen om overnames te doen. Met zogeheten SPAC’s is dit jaar al meer dan 100 miljard dollar opgehaald, meer dan het totale bedrag dat hiermee gemoeid was in de zeven voorgaande jaren.
Het ontrafelen van een beurszeepbel: eerst rimpelingen, dan de implosie
Grantham ziet sterke parallellen tussen de huidige euforie op de beurs en de internetzeepbel van eind jaren 90. Hij wijst hierbij op het fenomeen dat het ontrafelen van zo’n zeepbel niet een kwestie is van één grote klap. Dit verloopt in fasen.
“Wat er nu aan de hand is, lijkt angstwekkend veel op het jaar 2000”, zegt Grantham.
Zo begon het jaar 2000 met de koersimplosie van internetaandeel Pets.com . Vervolgens zakten de koersen van serieuzere kleine techbedrijven in de maand april en kregen middelgrote bedrijven het twee maanden later zwaar te verduren
In september 2000 had de techsector een daling van 50 procent doorgemaakt, maar was de brede S&P 500-index nog onveranderd als gevolg van een zogenoemde sectorrotatie, waarbij geld naar andere sectoren dan de techsector was gevloeid.
Lees ook: Sectorrotatie op de beurs hapert: kan de beurs nog verder stijgen als tech niet meer meedoet?
“Wat je toen zag is dat het wegsijpelen van vertrouwen begon uit te dijen. Dit was begonnen bij beleggingen die zich kenmerkten door een volstrekt overtrokken optimisme, waarbij beleggers elke connectie met de realiteit uit het oog waren verloren”, schetst Grantham. “Vervolgens sijpelde de erosie van vertrouwen door naar andere aandelen die enthousiast waren omarmd, voordat er een brede vertrouwenscrisis optrad.”
In september 2000 kreeg de 70 procent van de aandelenmarkt die tot dan toe aan de vertrouwenscrisis was ontsnapt, last van beurscrisis. Gedurende de twee jaar daarna daalde de aandelenmarkt met 50 procent.
Een teken van een omslag in het sentiment op de huidige markt betreft de interesse voor SPAC’s, geeft Grantham aan. Het enorme aanbod van nieuwe overnamevehikels en verscherpt toezicht van regelgevende instanties hebben de IPOX SPAC-index sinds de piek van februari dit jaar meer dan 20 procent omlaag gestuurd.
Grantham, die zelf een Tesla Model 3 bezit, ziet ook in het achterblijven van de koers van Tesla een signaal van afkoeling van de meest wilde speculatie.
In 2020 is het aandeel Tesla met een factor 8 gestegen; sinds de piek van afgelopen januari is sprake van een daling van zo’n 30 procent. Dit gebeurde ondanks de relatief gunstige cijfers die Tesla over het eerste kwartaal van dit jaar publiceerde.
Grantham ziet dat “de meest extreem overgewaardeerde aandelen, zoals Tesla, tekenen van zwakte beginnen te vertonen. Intussen blijft de rest van de markt op hoge niveaus hangen.” Maar er zijn dus wel signalen dat de sluipende erosie van vertrouwen in werking is gezet.
Rode vlaggen: aandelen, obligaties, vastgoed en grondstoffen
Bij de huidige zeepbel kan het momentum relatief lang aanhouden door de combinatie van grootschalige steunprogramma’s van overheden in combinatie met vaccinprogramma’s die zicht bieden op heropening van de economie. Maar volgens Grantham leidt dat niet tot een andere einduitkomst.
In zijn optiek keren beleggingen onvermijdelijk terug naar meer redelijke waarderingsniveaus als beleggers een pessimistische fase ingaan. “Hoe extremer de stijging, des te zwaarder de terugslag.”
Grantham verwijst naar de beurszeepbel van Japan in de jaren 80 van de vorige eeuw. “De koers-winstverhouding van aandelen klom naar 65. Dat was echt totaal niet te bevatten. En kijk nu: 32 jaar later is de Japanse markt nog niet hersteld van de klap die de beurs in 1989 kreeg.”
In de jaren na de beurscrash die zich tussen 1989 en 1991 ontvouwde, kende Japan een verloren decennium met economische stagnatie. Maar dat hoeft niet altijd het geval te zijn na een grote beurscrash. Zo bleef de economische schade na het instorten van de dotcomzeepbel in het jaar 2001 beperkt.
Aan de andere kant ging de kredietcrisis van 2008 wel gepaard met een zware recessie in de daaropvolgende jaren.
Grantham wijst erop dat de Amerikaanse huizenmarkt opnieuw het risico loopt oververhit te raken. “Gelet op het aanbod op de huizenmarkt en de ruime beschikbaarheid van goedkoop geld, is het vrijwel zeker dat de Amerikaanse huizenmarkt in de komende maanden nieuwe records boekt.”
Ook obligatiemarkten zien er niet gezond uit, volgens Grantham. Vooral buiten de Verenigde Staten zijn rentes op overheidsleningen in westerse landen veelal nog negatief. Bij een normalisatie van obligatiemarkten zullen rentes stijgen en obligatiekoersen dalen.
Aandelen, obligaties en vastgoed zijn allemaal dure beleggingen, meent Grantham. En recent is de grondstoffenmarkt daar nog bijgekomen met stijgende prijzen van hout, koper, staal, graan en katoen.
Als stijgende grondstofprijzen doorsijpelen naar de prijzen van eindproducten, dempt dat de consumptieve vraag en komen de winstmarges van producenten onder druk.
“Als je het hele plaatje bekijkt, ziet het er behoorlijk slecht uit”, zegt Grantham. “Mogelijk draait dit uit op het grootste waardeverlies ooit voor een reeks beleggingen.”